Tynaarlo Noord I 87 I Slotveen
Ten noorden van Tynaarlo, net ten oosten van de A28 ligt een klein bosje met daarin een mogelijke pingoruïne, het Slotveen. De snelweg loopt in feite over de randwal van de pingoruïne. Van deze locatie is één boring bekend, die net aan de noordzijde van het veentje is gestoken. Hierin ligt onder een 30 cm dikke laag opgebracht fijn zand, 90 cm veen en 1,70m gyttja, een organisch sediment. Dit rust op een ondergrond van zeer fijn zand van de Formatie van Peelo. Omdat het veentje nu deels open water is, is er zeer waarschijnlijk in het verleden veel veen gestoken. De combinatie van veen op gyttja op het fijne Peelo zand, maakt dat het zeer waarschijnlijk hier om een pingoruïne gaat. Maar om dit met zekerheid vat te stellen is meer onderzoek nodig.
De hoogtekaart laat zien dat het om een grote pingoruïne gaat, die iets ovaal is en een noord-zuid oriëntatie heeft. Aan de oostzijde is een mogelijke randwal zichtbaar.
Op de eerste kadastrale kaart uit 1832 wordt aangegeven dat het gebied waarin het Slotveen ligt een heidegebied is, dat eigendom is van de Markgenoten van Tynaarlo. Op de kaart van 1915 zijn de veentjes inmiddels ontdekt en wordt er ook veen gewonnen, er zijn een zestal veenputten zichtbaar. Een waterloopje stroomt vanuit de pingoruïne naar het oost-noordoosten. Pingoruïne zijn vaak kwelpunten, dus zij kunnen zo’n beekje voeden. Het water wordt nu via sloten afgevoerd.
Vanuit ecologisch oogpunt is het ook een interessante locatie, er worden veel verschillende vogelsoorten waargenomen, zoals de houtsnip, kleine bonte specht, tjiftjaf etc.
Zie ook
Luchtfoto
topografische kaart met het Slotveen, nr. 87

Boring uit het Dinoloket (in de cirkel)

hoogtekaart of AHN

kaart 1915 met veenputten

hoogtekaart fragment
