Elpernoorderveld


Locatie 521 ligt noord van het dorp Elp in het Elpernoorder veld, een bosgebied van Staatsbosbeheer waarin meerdere pingoruïnes liggen. Hij heeft een ietwat ovale vorm en de vrij vlakke laagte ligt ongeveer 1m lager dan de omgeving. Dit komt omdat hij wordt omgeven door een dekzandwelving (geel).

De locatie is onderzocht tijdens de Summer School in 2018, waar een internationale groep jongeren samen met een aantal vrijwilligers het onderzoek deed. Het was een spannend onderzoek omdat je steeds een beetje in het veen wegzakte en je daardoor niet stabiel kon staan en kon boren. De Gans (1976, KNAG Geografisch tijdschrift) geeft aan dat deze locatie een pingoruïne is van meer dan 3,5m diep.

Op de foto zie je een boring die centraal in de pingoruïne is gezet tijdens de Summer school van 2018, waarop alleen al de lengte van de boor aangeeft dat het hier om een diepe pingoruïne gaat. Bij het uitwerken van de boorgegevens blijkt dat de diepste boring 5,5m is, en ten opzichte van de omgeving is hij 6m diep!

Ook bij deze pingoruïne zien we dat er relatief weinig gyttja aanwezig is onder in de pingoruïne (rood). Het heeft een maximale dikte van 1,80m. De rest van de pingoruïne is gedurende het Holoceen opgevuld geraakt met veen (roodbruin). De pingo is in het centrale deel door het keileem gebroken, waardoor het gyttja direct op het fijne zand van de Formatie van Peelo ligt. Aan de randen komt nog veel keizand (oranje) voor, dit is een erosieproduct van keileem. Rondom de pingoruïne ligt dekzand (geel) aan het oppervlak, dit vormt de hoge rand rondom.


Zie ook

Luchtfoto

Topografie
AHN
Geomorfologie
Foto van een van de boringen
Profiel van locatie 521